OmgevingConnect is een online bibliotheek van Vanden Broele

De milieueffectenrapportage in een modern jasje

De plan- of project-MER-plichten zijn logge instrumenten die vaak tot onleesbare en dure studierapporten leiden. Aan de andere kant is het moeilijk om deze rapporten voldoende juridisch robuust op te stellen, vaak met veel (procedurele) discussie als gevolg. De Vlaamse Regering probeert dit nu aan te pakken en keurt daarom op 29 maart 2024 een nieuw ontwerp van decreet ‘tot wijziging van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid en diverse andere decreten, wat betreft de milieueffectrapportage’ definitief goed. Dit ontwerp van decreet ligt momenteel voor bij het Vlaams parlement en heeft als doel om de MER-regelgeving te vereenvoudigen, zonder in te boeten op de kwaliteit van de milieueffectrapportage.

 
Van conceptnota tot ontwerpdecreet

Al in februari 2022 lanceert de Vlaamse Regering de zogenaamde conceptnota ‘modernisering milieueffectrapportage’. Die conceptnota zet een aantal krijtlijnen uiteen, die inspelen op het vereenvoudigen van de MER-regelgeving, zonder in te boeten op de kwaliteit van de milieueffectrapportage.

Vervolgens keurt de Vlaamse Regering op 29 maart 2022 het ontwerp van decreet tot ‘wijziging van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid en diverse andere decreten, wat betreft de milieueffectrapportage’ definitief goed. Het ontwerp van decreet ligt momenteel voor bij het Vlaams Parlement en is op 23 april 2024 aangenomen door de Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening en Energie. Nu moet het ontwerpdecreet nog worden goedgekeurd door het Vlaams Parlement zelf.

Verschillende wijzigingen op til

Het ontwerpdecreet zet sterk in op de kwaliteit van de milieueffectenrapportage, in combinatie met het vereenvoudigen van de MER-procedure en het uitbouwen van een meer flexibele en gedigitaliseerde plan- en project-MER-procedure. Er liggen verschillende wijzigingen op tafel:

  1. In eerste instantie voorziet het ontwerpdecreet om komaf te maken met de project-MER-ontheffingen, die nu vervat liggen in bijlage II bij het Project-MER-besluit. Voortaan zullen de rubrieken van deze bijlage ofwel project-m.e.r.-screeningsplichtig, dan wel project-MER-plichtig worden. Het systeem van de ontheffing zal echter verdwijnen. Er zal voorstaan slechts nog maar één screeningsinstrument worden behouden, namelijk de project-m.e.r.-screening.

  2. Parallel hieraan wordt het instrumenten van de project-m.e.r.-screeningen verder vereenvoudigd en “naar de essentie” Het is de bedoeling dat een initiatiefnemer bij de opmaak van een project-m.e.r.-screening sneller zicht krijgt op het bestaan van mogelijke aanzienlijke milieueffecten en, hiermee, het al dan niet project-MER-plichtige karakter van het project. het komt aan de initiatiefnemer toe om telkens concreet te motiveren waarom een volwaardig project-MER niet noodzakelijk uit en waarom er geen risico’s op aanzienlijke milieueffecten mogelijk zijn. Als er toch zo’n risico’s bestaan, moet een volwaardig project-MER worden opgesteld.

  3. Ook de scopingsprocedure zal worden aangepast, waarbij meerdere actoren moeten instaan voor een gerichte scoping, zoals een nieuw Vlaams expertisecentrum, de MER-coördinatoren, de MER-deskundigen, adviesinstanties en de vergunningverlenende overheid zelf. Het is de bedoeling dat de scoping moet leiden tot een meer gerichte afbakening van de mogelijke aanzienlijke milieueffecten, met het oog op beperkte plan- en project-MER’s. Op het niveau van de scoping zal de participatie van het ruime publiek mogelijk zijn, maar niet verplicht.

  4. Als reactie op de vele rechtspraak, voorziet het ontwerpdecreet ook in een formele motiveringsplicht op basis waarvan de bevoegde overheid in haar beslissing(en) duidelijk moet aangeven op welke manier zij rekening heeft gehouden met een plan- of project-MER. Op die manier moet de milieueffectrapportage beter doorwerken in de besluitvorming.

  5. Tegelijkertijd wordt ingezet op de kwaliteit van de milieueffectrapportage. Dit gebeurt aan de hand van het oprichten van een zogenaamd ‘Vlaams Expertisecentrum MER’. Het expertisecentrum heeft als doel om de bestaande kennis en knowhow over milieueffectrapportage te bundelen en deze – samen met best practices en wetenschappelijke achtergrondinformatie – beschikbaar te stellen.

  6. Ten slotte is het de bedoeling om af te stappen van de verplichte goedkeuring van het project-MER tijdens de omgevingsvergunningsprocedure. Momenteel moet Team Mer een project-MER telkens nog goedkeuren. Na een overgangsperiode, is het de bedoeling dat het Team Mer instaat voor een niet-bindend en dus richtinggevend kwaliteitsadvies.

 

Positieve insteek, maar wachten op het uitvoeringsbesluit

Hoewel bovenstaande opsomming maar een beperkte greep is uit het ontwerpdecreet, is de insteek om tot een betere, vereenvoudigde milieueffectrapportage te komen een goede zaak. Er worden stappen in de goede richting gezet, die hopelijk tot vlottere en meer robuuste ruimtelijke plannen en omgevingsvergunningen leiden.

Van zodra het Vlaams Parlement het ontwerpdecreet goedkeurt, is het uiteindelijk nog afwachten op de uitvoeringsbesluiten die enkele praktische zaken verduidelijken en de concrete toepassing van het decreet toelichten. Die uitvoeringsbesluiten zullen voor de praktijk bijzonder belangrijk zijn, zeker op vlak van de indeling van de projecten als project-m.e.r.-screeningsplichtig of project-MER-plichtig. Aangezien de ontheffingsmogelijkheid wordt afgeschaft, zal de huidige indeling van bijlagen I, II en III bij het Project-MER-besluit moeten wijzigen.

 

Het ontwerp van decreet kunt u raadplegen in OmgevingConnect

Deel deze update via LinkedIn
Deel deze update via Facebook
Deel deze update via Twitter
Deel deze update via e-mail

Al onze nieuwsberichten in uw mailbox?

Schrijf u in op onze gratis nieuwsbrief en blijf op de hoogte van nieuwe regelgeving, relevante actualiteit, niet te missen opleidingen en studiedagen, ...