OmgevingConnect is een online bibliotheek van Vanden Broele

Het (voort)bestaan van buurtwegen in vraag gesteld

Met het mooie weer van de voorbije weken, komen we volop buiten om met de fiets of te voet te genieten van het bos, de natuur of het park. Onopgemerkt kruist onze weg ‘trage wegen’, waarvan het ontstaan soms terug gaat tot de Romeinse tijd. Dat het bestaan en (voort)bestaan van een buurtweg als trage weg onderhevig is aan een wet van 1841, en vandaag de dag (nog) een zeer belangrijke rol speelt op de agenda van vele steden en gemeenten, is veelal onbekend. Zowel het verstarde kader van de oude federale wet als de vele vragen omtrent het nut en de onderhoudsplicht in hoofde van de steden en gemeenten, moeten zowel de decreetgever als de lokale besturen aanzetten tot nadenken over het (voort)bestaan van (hun) buurtwegen.

 

Een buurtweg is een ‘trage weg’, verhard of onverhard, die is opgetekend in de Atlas der Buurtwegen en bestemd is voor niet-gemotoriseerd verkeer, zoals wandelaars, fietsers en ruiters. Op de plannen en in de tabellen van de atlas komen twee soorten wegen voor: de zgn. ‘chemins’ en ‘sentiers’. Chemin werd naar het Nederlands vertaald als ‘buurtweg’, sentier werd naar het Nederlands vertaald als ‘voetweg’. Een voetweg is in de regel smaller dan een (buurt)weg, vaak minder dan 1,50 m. Buurtwegen zijn niet enkel te vinden op het platteland, waar ze een restant vormen van de vroegere doorgangen (karresporen) voor landbouwers. Ook in een dorpskern, stad of zelfs binnen een verkaveling vind je de verharde of onverharde wegen terug. In het verleden vormden de wegen een belangrijke verbinding tussen dorpskernen of stadsdelen.

 

Het statuut van de opgetekende buurtwegen wordt geregeld door de wet van 10 april 1841 op de buurtwegen. Een belang kenmerk ervan is het ‘openbaar’ karakter, wat betekent dat iedereen er gebruik van mag maken, en niemand de doorgang ervan mag versperren of afsluiten. Het bestaan en ‘voort’bestaan van de wegen wordt evenwel in belangrijke mate bepaald door het ‘onderhoud’ ervan, dat in beginsel ten laste is van de gemeenten. Gebrekkig onderhoud zorgt ervoor dat de wegen in onbruik geraken en daarna verdwijnen.

 

En dit geeft regelmatig aanleiding tot betwisting. Zo zijn er niet enkel de wandelliefhebbers die raar opkijken wanneer hun vertrouwde pad plots doodloopt of is afgezet met prikkeldraad. Ook eigenaars die na jaren voldoende hebben gespaard om hun droomhuis op te richten, of jonge landbouwers die na lang zoeken een geschikt perceel landbouwgrond hebben gevonden, lopen af en toe tegen de ‘lamp’, hetzij de ‘verdwenen gewaande buurtweg’.

 

Zowel het aanleggen, verbreden als rechttrekken van een buurtweg vereist een beslissing van de deputatie, vooraf gegaan door de beraadslaging van de gemeenteraad, en een openbaar onderzoek. Ook de afschaffing ervan loopt in beginsel volgens deze formele procedure, tenzij er sprake is van een 30-jarige verkrijgende verjaring door de aangelanden, te rekenen vanaf het tijdstip van onbruik door het publiek en vanaf de desaffectatie door de overheid (vb. door gebrek aan onderhoud vanwege de gemeente).

 

In de praktijk blijkt menige gemeente zich hiervan niet bewust te zijn.

 

Soms wordt met het oog op een verbeterd gebruikscomfort de zanderige smalle buurtweg geasfalteerd, verbreed, dan wel rechtgetrokken, zonder dat de omwonenden voorafgaand worden geïnformeerd middels een openbaar onderzoek, en de voorgeschreven procedure wordt gevolgd. Later poogt men dan deze ‘onvergunde’ situatie recht te trekken middels een ruimtelijk uitvoeringsplan, waarbij de feitelijke situatie wordt omgevormd tot een op maat geschreven stedenbouwkundig voorschrift.

 

Meer frequent stuiten omgevingsambtenaren evenwel op vergeten, niet-onderhouden buurtwegen, en wordt het bestaan ervan opgeworpen als onoverkomelijke weigeringsgrond voor de gevraagde stedenbouwkundige vergunning of omgevingsvergunning. Het meest bekende voorbeeld hiervan is ongetwijfeld de (bestaande?) buurtweg onder parking C van de Heizelpaleizen, die de oprichting van een nieuwe voetbaltempel voor het Europees Kampioenschap voetbal in 2020 in de weg lijkt te staan

 

Waar niet alleen de vraag moet worden gesteld aan de wetgever, in hoeverre een federale wet van 1841 niet aan modernisering toe is en dient te worden vervangen door een meer flexibele, eenvormige, ‘gewestelijke’ regelgeving, klinkt tegelijkertijd de luide roep om bewustmaking van de steden en gemeenten van het bestaan van hun in de Atlas der Buurtwegen opgetekend wegennet, en de vraag naar hun actualiteitsgehalte. Het efficiënt digitaliseren van het erfstuk uit 1843-1845 dient hand in hand te gaan met een actueel plaatsbezoek en het grondig overdenken van de wijze waarop de te behouden buurtwegen naar de toekomst toe onderhouden én in stand worden gehouden. Zodat ze terug voor iedereen zichtbaar én bruikbaar worden.

Deel deze update via LinkedIn
Deel deze update via Facebook
Deel deze update via Twitter
Deel deze update via e-mail

Al onze nieuwsberichten in uw mailbox?

Schrijf u in op onze gratis nieuwsbrief en blijf op de hoogte van nieuwe regelgeving, relevante actualiteit, niet te missen opleidingen en studiedagen, ...