Doelbewust abstractie makend van het onheilspellende cijfer 13 in 2013, ziet het nieuwe jaar er zonder meer veelbelovend uit voor het Vlaams en Nederlands omgevingsrecht. Niet alleen wordt heden ten dage bijzonder veel geschreven over de zo noodzakelijke ‘bundeling van omgevingsrecht’, zoals onder meer mag blijken uit het proefschrift waarmee ons Nederlands redactielid Jan van den Broek is gepromoveerd en waarop Hans Woldendorp nader ingaat ‘na het gerecht’. Dit jaar wordt ook daadwerkelijk naar bundeling toe ‘gehandeld’: terwijl het Nederlandse Ministerie van infrastructuur en Milieu hard werkt aan de nieuwe Omgevingswet, doet de Vlaamse overheid niet onder met een gedreven redactie van een Vlaams ‘decreet omgevingsvergunning’ en een Vlaams ‘decreet complexe projecten’. Samen met Jan van den Broek hopen we dat de nieuwe omgevingsregelgeving zal zijn opgebouwd met toekomstbestendige ordeningscriteria: futureproof, daar gaan we voor.
Een al te grote aandacht voor ‘het overkoepelende’ mag natuurlijk niet de aandacht afleiden van belangrijke omgevingsrechtelijke ‘deelproblemen’ die, elk op zich, een volwaardige oplossing moeten blijven krijgen. Een goed voorbeeld daarvan zijn de zogenaamde ‘grondwaterhandelingen’. Tot voor kort nog verzand in een ‘beleids- en wetgevingsvacuüm’, maken zij nu het voorwerp uit van een nieuwe door de OVAM uitgevaardigde ‘technische richtlijn’ – een mooie cocktail, fris geserveerd door Sofie Van den Bulck, Tom Behets en Johan Ceenaeme. Ongetwijfeld een knap instrument om morgen mooier te maken en misschien wel het startschot voor een latere bodemtoets of bodemzorgplicht.
Floris Sebreghts, Hendrik Schoukens & Hans Woldendorp, Bram De Smet en Antoon Lust analyseren op hun beurt vier ‘deelproblemen’ binnen de alomvattende materie van de ruimtelijke ordening: van het zo belangrijke PSA-verslag (geenszins de afkorting van enig Post Scriptum Annex, zoals u ‘bij het gerecht’ kan lezen), over de impact van soortenbescherming op ruimtelijke ontwikkelingen, naar de goede ruimtelijke ordening als omgevingsvergunningscriterium en de inhoud van ruimtelijke uitvoeringsplannen. Hegeliaans, van these naar antithese, want TOO gaat over zoveel meer dan alleen maar recht.
Een goede synthese vindt u vervolgens in het bundelrechtspraakcommentaren. Na de kerststal van TOO 2012/4 gaan we nog heel even in op wat gerooide kerstbomen, om ons vervolgens passioneel te gooien in onder meer de overlevingsstrijd van casino’s en discotheken, de bodem-afval-spraakverwarring, de eeuwige RvS-RvVb-rechtspraakvergelijking, de decretale validatie van BPA’s, RUP’s en supervergunningen, het immer boeiende stedenbouwkundige verjaringsdebat, wat (tramlijn- en Uplace-)nagels aan de doodskist van de Raad van State en een streepje exotisme met de omlegging van een Griekse rivier. Passeren verder nog de revue: de mediagenieke wandelaar die op zijn tochten langs Vlaamse wegels al een rode bosmier (de ster en cover van dit TOOnummer), kleine rietgans of vos moet zijn gekruist.
Dat en nog zoveel meer in dit eerste nummer van de tweede TOO-jaargang. Met zijn méér dan 130 pagina’s opnieuw een ‘dikmaker’, deskundig samengesteld door een team dat tot een heuse kookploeg is uitgegroeid, en dag na dag de krachten bundelt om u vier maal per jaar de meest exquise gerechten voor te schotelen. Vermijd indigestie, want de volgende TOO is al in de maak!
Hou met TOO de vinger aan de pols van het omgevingsrecht en het omgevingsbeleid.
Hou met TOO de vinger aan de pols van het omgevingsrecht en het omgevingsbeleid.