Groenblauwe infrastructuur: waarom is falen geen optie? Het ontwerp van instrumentendecreet: wat met keuzestress? De Belgische klimaatzaak: het aansprakelijkheidsrecht als gamechanger? De visienota Windplan 2025: waait er een nieuwe wind door het Vlaamse energie- en omgevingsbeleid? Urban sprawl in Europa: een genegeerde supranationale milieu-uitdaging?
De antwoorden op deze en vele andere vragen leest u in dit nummer van TOO, het onmisbare tijdschrift voor iedereen die bij de bescherming en de ordening van de menselijke leefomgeving betrokken is.
Boeiende bijdragen over vernieuwende wetgeving en interessante actualiteit krijgen naar goede gewoonte het gezelschap van pertinente besprekingen van bepalende omgevingsrechtspraak, die in dit nummer o.a. slaat op de zgn. ‘no conflict of interest’-bepaling verankerd in artikel 15/1 Omgevingsvergunningsdecreet, het niet-bindend karakter van de kavelindeling van oude verkavelingen of nog de vereiste van het belang bij het middel.
Het PFOS-schandaal is het grootste milieuschandaal uit de recente Vlaamse geschiedenis. Vaak wordt milieuvervuiling benaderd door een milieurechtelijke bril: in welke mate is de PFOS-vervuiling in strijd met de Vlaamse milieurechtelijke regels, en wie is hiervoor verantwoordelijk? Complementair hieraan kan deze problematiek echter ook door een mensenrechtenbril bekeken worden. Wanneer milieuvervuiling een negatieve impact heeft op de mens, en zeker wanneer de gezondheid van de mens in gevaar komt, rusten er immers ook mensenrechtelijke verplichtingen op de overheid om hiertegen te beschermen. In deze bijdrage wordt eerst nagegaan welke deze mensenrechtelijke verplichtingen zijn. Dit vormt de achtergrond voor het tweede deel van dit artikel, waarin het gesprek aangegaan wordt met milieuadvocaat Isabelle Larmuseau, om zo licht te werpen op de vraag of er in het PFOS-dossier ook daadwerkelijk mensenrechten werden geschonden.
Hou met TOO de vinger aan de pols van het omgevingsrecht en het omgevingsbeleid.
Niemand zal betwisten dat het voorbije jaar een ‘scharnierjaar’ was voor het Vlaams omgevingsrecht en omgevingsbeleid.
Dat kwam niet als een verrassing. Het eind 2019 gesloten regeerakkoord, dat Vlaanderen ‘naar Nederland deed kijken’, gold als voorbode. Uitgerekend 2019 was een ‘rampjaar’ voor Nederland. Het land werd veroordeeld voor zijn aanpak van stikstof in Europees beschermde natuurgebieden. Om de stikstofuitstoot te doen dalen, besloot Nederland de maximumsnelheid op wegen te verlagen tot 100 kilometer per uur. De Nederlandse provincie Noord-Brabant liet eind 2019 een Vlaamse omgevingsvergunning voor een kippenstal in Ravels vernietigen, omdat er te veel stikstof zou neerdalen op Nederlandse natuurgebieden. De hele Nederlandse bouwsector lag plat, niet alleen door stikstof, maar ook door PFAS. Die schadelijke forever chemicals werden datzelfde jaar in heel het land aangetroffen.
Het was dan ook een kwestie van tijd vooraleer Vlaanderen eenzelfde lot zou te beurt vallen. In februari en april van dit jaar ontwaakten wij in onze eigen stikstof- en PFAS-nachtmerrie. Hoewel in de zomer van dit jaar nog een hereniging van Vlaanderen en Nederland werd bepleit, reageerden wij allesbehalve ‘Nederlands’ op de twee milieudrama’s. Vlaanderen richtte geen stikstofcommissie op, maar enkel een ‘stikstofpanel’. Vlaanderen duidde geen speciale ministersploeg voor PFAS aan, maar enkel een opdrachthouder, belast met de coördinatie van alle PFAS-dossiers in Vlaanderen, en een parlementaire onderzoekscommissie PFAS-PFOS, gefocust op een partijpolitieke ‘whodunit’.
Geen van deze nieuw in het leven geroepen ‘organen’ zal vóór het einde van het jaar antwoorden formuleren op de prangende vragen over stikstof en PFAS. De ‘do or die’-vraag voor het Vlaams omgevingsrecht blijft daarmee voorlopig onbeantwoord.
In de Vlaamse wachtkamer lonkt gelukkig een nieuw en uitdagend TOO-nummer.
Prettig eindejaar!
Hou met TOO de vinger aan de pols van het omgevingsrecht en het omgevingsbeleid.