Beroep op burenhinder bij blootstelling aan PFAS: wanneer is het evenwicht tussen een naburig chemisch bedrijfsterrein en een privaat perceel verbroken? De bouwshift en PAS: wat met wetenschappelijke onzekerheid en adaptieve strategie? Welke rol kunnen ruimtelijk planners spelen in een (on)gezonde samenleving? De Green Deal: naar een einde in mineur? Voldoet een winkelgalerij zoals de Ravensteingalerij aan de hedendaagse sociaal ruimtelijke noden?
De antwoorden op deze en vele andere vragen leest u in dit nummer van TOO, het onmisbare tijdschrift voor iedereen die bij de bescherming en de ordening van de menselijke leefomgeving betrokken is.
Boeiende bijdragen over vernieuwende wetgeving en interessante actualiteit krijgen naar goede gewoonte het gezelschap van pertinente besprekingen van bepalende omgevingsrechtspraak, die in dit nummer slaat op de relativiteitseis, de berekening van de planbatenheffing en de vernietiging van de vergunning van het nieuwe voetbalstadion van Club Brugge.
2007 is het jaar dat men de intentie bekendmaakte om een nieuw voetbalstadion te bouwen ter vervanging van het Jan Breydelstadion. Pas in 2011 leek er schot in de zaak te komen met de vaststelling van het GRUP ‘Gebied voor stedelijke activiteiten’ door de Vlaamse Regering. Hierin werd de aanleg van een nieuw voetbalstadion toegelaten op een nieuwe locatie. Dit GRUP zou door de Raad van State echter gedeeltelijk worden vernietigd bij arrest van 20 september 2013. In 2017 werd een tweede maal een nieuw GRUP uitgevaardigd, dat wederom gedeeltelijk werd vernietigd door de Raad van State. De droom van het nieuwe stadion werd echter niet opgeborgen. De vernietigde onderdelen van het GRUP van 2017 werden aangepast en opnieuw vastgelegd in 2021. De Raad van State zou de droom echter wederom aan diggelen slaan met de vernietiging van het GRUP bij arrest van 21 oktober 2022. Deze laatste vernietiging volgt weliswaar pas nadat Club Brugge en het Brugse stadsbestuur reeds een nieuwe strategie hadden ontwikkeld.
Hou met TOO de vinger aan de pols van het omgevingsrecht en het omgevingsbeleid.
De zee blijkt een belangrijke bron van PFAS in de lucht. Piepkleine druppeltjes uit zee, de zogenaamde sea spray aerosolen, brengen hoeveelheden PFAS in de atmosfeer die vergelijkbaar zijn met wat de chemische industrie in de lucht brengt. In deze druppels is de concentratie PFAS honderden tot duizenden keren hoger dan in zeewater. Als gevolg van beluchting en schuimvorming concentreren de PFAS-moleculen zich in het zeeschuim. De zwaarste druppels slaan neer in de kuststrook.
De Vlaamse Instelling voor Technologisch Onderzoek (VITO) onderzocht vorige zomer de PFASconcentratie in zeeschuim op twee kustlocaties: Knokke en De Haan. De concentratie voor de som van alle PFAS in het zeeschuim bleek in Knokke alarmerend hoog: 2.400.000 ng/l. Het verschil met de Toelaatbare Wekelijkse Innamedosis van 4,4 ng/kg lichaamsgewicht per week is immens. Deze dosis werd in 2020 bepaald door de Europese Autoriteit voor Voedselveiligheid (EFSA) voor de som van 4 PFAS-componenten.
Toch liet het Vlaamse Departement Zorg maandenlang na om hierover te communiceren. Pas sinds 1 februari 2023 is onder meer volgende ‘geruststelling’ opgenomen op een onopvallende website: ‘Zolang u het zeeschuim niet in grotere hoeveelheden inslikt of er langdurig contact mee hebt, is het risico op te veel opname van PFAS uiterst beperkt. Uit voorzorg adviseert het Agentschap Zorg en Gezondheid volgende maatregelen: ‘Speel niet in en met zeeschuim.’
In april 2023 bracht VITO een vervolgstudie uit, ditmaal over de PFAS-concentratie in de omgevingslucht op twee kustlocaties: Knokke Zoute en Duinbergen. De theorie van de ‘sea spray aerosolen’ lijkt te worden bevestigd: de PFAS-concentratie in de omgevingslucht is significant verhoogd. In Knokke Zoute gaat het om 4,5 keer meer dan de stedelijke achtergrondconcentratie in Borgerhout en 40 keer meer dan de landelijke achtergrondconcentratie in Dessel.
Om onbekende redenen besloot het Departement Zorg om hierover niet te communiceren. Evenzeer onbekend is het antwoord op de vraag of dit stilzwijgen verenigbaar is met de Europeesrechtelijke verplichting tot onmiddellijke verspreiding van alle milieu-informatie waarover de overheid beschikt en die het getroffen publiek in staat kan stellen maatregelen te nemen om schade te voorkomen of te beperken.
Voor het bewaken van de gezondheid van de burger in onze kustregio lijkt het vooralsnog wachten op een activistische overheid. Tot dan houdt u het best op een adembenemend zeezicht.
Hou met TOO de vinger aan de pols van het omgevingsrecht en het omgevingsbeleid.